In dichtbewoonde buurten met weinig groen zoeken bewoners de openbare ruimte op om even aan de thuisquarantaine te kunnen ontsnappen. Vaak gaat het om buurten met smalle voetpaden en geen fietspaden waar het moeilijk is om de afstandsregel van 1,5 meter te respecteren. Door het veelvuldige thuiswerk is elke parkeerplaats bezet en tegelijk is de rijbaan leeg. Dit leidt tot bevreemdende taferelen: in het midden van de straat is plaats teveel terwijl het op voetpaden en pleintjes overbevolkt is.
Infopunt Publieke Ruimte verzamelde een aantal suggesties om op korte termijn de kwaliteit van de openbare ruimte op te krikken met beperkte kosten en middelen. Daarmee kunnen gemeentebesturen aan de slag om meer ruimte beschikbaar te stellen aan hun bewoners.
1. Bestaande ruimte tijdelijk anders gebruiken
In dichtbewoonde buurten met weinig tuinen en openbaar groen is de behoefte om even buiten te komen vaak groot. Net in zulke wijken zijn de voetpaden small waardoor het moeilijk is om afstand te houden. Anderzijds is de rijbaan door het verminderde autogebruik vaak weinig benut. Beproefde concepten zoals speelstraten en schoolstraten hebben in het verleden hun deugdelijkheid al bewezen. De straat wordt aan beide kanten afgezet met een hek, enkel bewoners hebben nog de mogelijkheid om met de auto de straat te verlaten. Met buurtbewoners kunnen afspraken worden gemaakt om ’s ochtends en ’s avonds de hekken te verplaatsen.
Fietsberaad Vlaanderen heeft een aantal mogelijkheden verzameld om de fietscapaciteit te verhogen en Fietsberaad Nederland ging eveneens aan de slag met interessante suggesties. The Guardian publiceerde een artikel over pop-up fietspaden in Berlijn. Voor wie zich verder wil verdiepen in de materie van tijdelijke inrichting is de Tactical Urbanist’s Guide to Materials and Design een aanrader.
Vanaf het begin van de coronacrisis is een groot aantal steden onmiddellijk overgegaan tot maatregelen om meer ruimte vrij te maken voor voetgangers en fietsers zodat de sociale afstandsregels gehandhaafd kunnen blijven.
De stad Wenen wil haar miljoen inwoners meer plaats geven om buiten te kunnen komen heeft daarvoor een aantal straten aangeduid met bijhorende signalisatie en regelgeving. Het gaat enerzijds om straten die volledig voor auto- en fietsverkeer worden versperd en waar enkel voetgangers mogen komen en anderzijds om straten waar auto’s maximaal 20 km/u mogen rijden en waar voetgangers en fietsers de rijbaan mogen gebruiken De situatie is van kracht tot begin mei en verlenging is mogelijk. Viceburgemeester Hebein: “Hoe meer ruimte er beschikbaar is voor de inwoners van Wenen, hoe beter de minimale afstandsregel kan worden aangehouden. Dit is positief voor de gezondheid van de mensen.”
Dichter bij huis gaat de Stad Gent na of straten tijdelijk kunnen worden omgevormd tot woonerf zodat iedereen de rijbaan kan benutten. Ook in het dichtbevolkte Anderlecht komen verkeersarme straten om de bewoners meer ruimte te geven. De maatregel volgt op een eerder initiatief van Brussels minister van Mobiliteit Van den Brandt die als eerste test een straat in Elsene afsloot met plantenbakken. De minister benadrukt dat het niet de bedoeling is om een aanzuigeffect op voetgangers en fietsers te creëren, wel om verplaatsingen met veilige afstand tussen de weggebruikers mogelijk te maken.
2. Sociale afstandsregel in beeld brengen
Anderhalve meter afstand houden is de norm en dat zal allicht nog een tijdje zo blijven. Voor veel mensen is het echter niet steeds eenvoudig om die afstand correct in te schatten. Het is geen overbodige luxe om de gewenste afstand in de openbare ruimte via signalisatie en markeringen in beeld te brengen. In West-Australië maken voetpadstickers de gebruikers attent op de afstandsregel van anderhalve meter. Op heel wat andere plaatsen in de wereld maken signalisatie of markeringen in krijt of verf de minimale afstand tussen voetgangers duidelijk. De afstandsregel moet in alle ernst gerespecteerd worden, maar dat neemt niet weg dat er heel wat creativiteit mogelijk is met de aanduiding ervan, zoals in het Bram Stoker Park.
Dat zitbanken in de openbare ruimte niet meer mogen worden gebruikt is voor oudere mensen vaak een probleem. Op hun dagelijkse wandeling hebben zij nood aan rustpunten. Door eenvoudigweg een bordje te plaatsen met opschrift “1 persoon per bank” kan hiervoor een oplossing worden geboden.
3. Pop-up groen
De aanwezigheid van groen in het straatbeeld heeft een gunstige invloed op het mentale welzijn van mensen, zo is uit meerdere onderzoeken gebleken. Groen brengt leven in de straat en maakt de seizoenen beleefbaar, zeker nu de lente zijn intrede doet en heel wat bomen en struiken in bloei staan. Nieuw groen aanplanten vereist voorbereiding en tijd maar pop-up groen kan evengoed soelaas bieden in groenarme buurten. Bomen in bakken hebben weinig ruimte nodig: een halve parkeerplaats of een ruime straathoek zijn al voldoende. Bovendien zijn plantenbakken snel te plaatsen en gemakkelijk weer te verwijderen. Het Maaseikplein in Gent is een mooi voorbeeld van een stenig plein dat met weinig middelen werd omgevormd in een groene oase.
4. Speelkansen bieden
Speeltuinen, speelbossen en skateparken zijn afgezet met rood-wit lint, voetbaldoelen zijn opgevuld met dranghekken. Toch blijft de nood om buiten te kunnen spelen hoog en als kinderen niet meer mogen samenspelen gaan ze zelf wel aan de slag. Vandaag zien we een ongekende revival van het stoepkrijt: tekeningen, hinkelvakken, labyrinten en slogans zijn in vele straten terug te vinden. Gemeenten kunnen pakketjes stoepkrijt ter beschikking stellen in een afhaalkist, bijvoorbeeld aan de schoolpoorten, net zoals er tegenwoordig al op heel wat plaatsen minibibliotheekjes zijn. Op die manier kunnen lokale overheden het gebrek aan speelvoorzieningen enigszins compenseren.
5. CoronArt en Covidkunst
In heel wat steden worden bekende en minder bekende standbeelden uitgedost met mondmaskers. Wee Annie draagt er al eentje, net zoals Michelangelo’s David en zelfs Manneken Pis. Het plaatsen van mondmaskers op standbeelden is een hype, zo blijkt uit een overzicht van ArtNet. Ook in barre tijden is er nood aan humor maar The Observer merkt terecht op dat medische mondmaskers niet verspild mogen worden. Wie aandrang voelt om een standbeeld van een mondmasker te voorzien, gebruikt dus best een stofmasker uit de doe-het-zelf-zaak.
Onder de naam ‘Quarantekening’ brengt een aantal Gentse illustratoren vrolijkheid in de straat met raamtekeningen.