Zes miljoen bomen. Dat aantal schuift BOS+ vandaag naar voor om op korte termijn het hoofd te kunnen bieden aan hittegolven zoals we die nu meemaken. Een samenloop van omstandigheden heeft ertoe geleid dat een weinig mediageniek onderwerp als ‘bomen’ wonderwel goed werd opgepikt in de publieksmedia. In de Wetstraat valt weinig nieuws te rapen, dat scheelt. Intussen kondigt het KMI voor het eerst ‘code rood’ af. Nog voor we van de schrik bekomen zijn, krijgen bomen daags nadien opeens de status van wondermiddel tegen de hitte. Daarbovenop speelt de kracht van het getal tot de verbeelding. Zes miljoen! Het plaatst ons meteen ook terug met de voeten op de grond. Zes miljoen? Vlaanderen telt driehonderd gemeentebesturen. Dat betekent twintigduizend bijkomende (!) bomen per gemeente. Sceptici zullen zich afvragen of dat allemaal wel nodig en haalbaar is. De hitte is bovendien toch maar van korte duur?
Het helpt niet wanneer sommige opiniemakers en influencers deze weersomstandigheden willens nillens minimaliseren tot een fait divers. Geert Noels hekelt in een tweet de ‘angstpsychose’ rond de code rood. Hij stelt dat honderdduizenden Belgen hun vakantie in veel warmere oorden doorbrengen en dat we deze hittegolf met gezond verstand wel zullen overleven. Wat Noels vergeet, is dat het levensritme, de leefomgeving, de architectuur en de publieke ruimte in die zuiderse oorden zijn afgestemd op het veel warmere klimaat. Bij ons is dat niet het geval. Wij houden geen siësta, onze huizen zijn niet witgekalkt, onze winkelstraten hebben geen luifels en openbare drinkfonteinen zijn veeleer uitzondering dan regel. Schaduw en beschutting zijn in veel straten ver te zoeken. Noels laat ook buiten beschouwing dat mensen in zuiderse landen hitte gewend zijn. Voor zwakke en oudere mensen in een milder klimaat kan plotse en extreme hitte fataal zijn. Tijdens de Europese hittegolf van 2003, die zijn zwaartepunt begin augustus kende, bezweken in Italie in die periode 18.000 mensen meer dan in het jaar ervoor. In Frankrijk waren het er 15.000. Nederland telde tijdens de hittegolf tussen de 1400 en 2200 doden en Groot-Brittannië kende 2139 sterfgevallen tussen 4 en 13 augustus 2003. In België lieten 2052 mensen het leven. Het is dan ook bijzonder cynisch om het hitteprobleem te reduceren tot een paar warme dagen.
Ecosysteemdiensten
Klimaatverandering is geen abstract gegeven. We ervaren ze letterlijk aan den lijve. Actief zoeken naar oplossingen en erin investeren is geen overbodige luxe. Die oplossingen liggen vaak binnen handbereik. Zo staat het milderende effect van bomen – en openbaar groen in het algemeen – op het microklimaat wetenschappelijk vast. Er bestaan talloze studies over de correlatie tussen groenvoorziening en temperatuur in de bebouwde omgeving maar je hoeft geen onderzoeksrapport te lezen om te weten dat een straat met bomen in de zomer koeler is dan een zonder. Waarom blijven de budgetten voor groenvoorziening in veel steden en gemeenten dan zo ondermaats? Er blijkt een grote kloof te bestaan tussen visie en uitvoering. Met meer dan vierhonderd gemeenten is België een van de koplopers in Europa voor de ondertekening van het Burgemeestersconvenant. De ondertekenaars van het convenant beogen door hun verbintenis om de 20% CO2 reductiedoelstelling van de Europese Unie tegen 2020 te behalen en te overtreffen. In het convenant staat letterlijk: ‘Adaptatiemaatregel: meer bomen in de straat’. Vierhonderd Vlaamse, Waalse en Brusselse burgemeesters knikken enthousiast ‘ja’ en dan verdwijnt zo’n overeenkomst in de schuif. Het engagement is er wel degelijk op papier maar op het terrein ontbreekt het aan daadkracht. Zeker nu er in heel wat gemeenten coalitiewissels hebben plaatsgevonden is het niet steeds evident om de engagementen van een vorig bestuur om te zetten in maatregelen. Klimaatmaatregelen hebben nochtans geen politieke kleur, ze dienen het belang van elke burger. Bomen kosten in verhouding tot harde infrastructuurwerken niet veel en hun rendement is veel groter. Er zijn rapporten vol geschreven over de waarde van bomen in de stedelijke omgeving. ‘Ecosysteemdiensten’ heet dat met een duur woord. Diensten die de natuurlijke omgeving levert aan de maatschappij zoals luchtzuivering, drinkwater, bestuiven van gewassen en klimaatregulering. In twittertaal wordt dat dan “Eén boom verkoelt even veel als tien airco’s”. Deze diensten hebben wel degelijk een economische waarde. Invloedrijke economen zoals Geert Noels zouden er zonder twijfel nog een dimensie aan kunnen toevoegen.
Aha-Erlebnis
Wanneer het om klimaat gaat, zijn het vooral doemscenario’s die de krantenkoppen halen. Daardoor dreigt collectief defaitisme. Bewustmaking voor de ernst van de situatie is nodig maar tegelijk kunnen de media ook een hoopgevend signaal brengen. Bijvoorbeeld door de focus te verleggen naar de mogelijkheid om lokaal en zelfs individueel aan oplossingen te werken. Mocht een meerderheid van de bevolking zich daarvan meer bewust zijn, dan zou het politieke draagvlak veel groter zijn om erin te investeren. Media kunnen een aha!-Erlebnis teweegbrengen.
Elke minister wint
Zes miljoen bomen klinkt onrealistisch veel. Vrij vertaald: één boom
per Vlaming. In elke tuin een bijkomende boom of struik en voor elk
appartementsblok een nieuw buurtparkje. Filip Watteeuw twittert moedig
dat hij de komende vijf jaar in Gent (261.000 inwoners) ‘duizenden’
nieuwe bomen wil aanplanten. Het zal alleszins meer zijn dan een druppel
op een hete plaat en verdient lof, maar de (vage) cijfers tonen aan dat
we er op die manier niet gaan komen. Als Vlaanderen zich efficiënt wil
wapenen tegen hitte en verdroging maar ook tegen de andere
klimaateffecten zoals extreme neerslag en overstromingen, is er werk aan
de winkel. Burgerplicht en politieke wil moeten elkaar op alle niveaus
vinden en aanvullen. De nieuw verkozen lokale besturen wacht een
belangrijke taak om stevig te investeren in een klimaatbestendige
publieke ruimte.
Elke dag verdwijnen in Vlaanderen zeven hectare open ruimte. Het
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voorzag in 1997 dat er tienduizend
hectare bos zou bijkomen. Daarvan is nauwelijks iets gerealiseerd. Het
initiatief alleen overlaten aan burgers, steden en gemeenten is geen
optie. Ook de volgende Vlaamse regering zal een fikse duit in het zakje
mogen doen. De ontwikkeling van duizenden hectaren stadsbossen en
natuurgebieden moet hand in hand gaan met vergroening op gemeentelijk
niveau. De volgende Vlaamse regering wacht de uitdaging om van ‘klimaat’
de gemeenschappelijke noemer te maken waarin alle ministerportefeuilles
evident investeren maar ook de return on investment plukken op vlak van
volksgezondheid, energie, economie, toerisme, dierenwelzijn, sport,
stedenbeleid, landbouw, natuurontwikkeling … Voor elke minister valt
er winst te rapen. Vanuit helikopterperspectief is zes miljoen bomen
opeens geen onrealistisch getal meer. Een nieuwe boom voor elke Vlaming.
Zou dat geen mooie start zijn voor de volgende Vlaamse regering?
Jan Vilain is landschapsarchitect en stedenbouwkundige bij Infopunt
Publieke Ruimte (Voetgangersbeweging vzw). Hij is hoofdredacteur van het
vakblad Publieke Ruimte.